Aan de rand van het Nationaal Park dat van Camogli naar Portofino loopt, lijkt de Abdij van San Fruttuoso wel een wonder, genesteld in een klein beekje en beschermd door een 16e-eeuwse toren - een mooi voorbeeld van een stukje architectuur dat succesvol is geïntegreerd in de natuurlijke context. En toch maakten juist de ontoegankelijkheid van de plek en de aanwezigheid van een bron van zoet water het in de 8e eeuw een ideale locatie voor de stichting van een kerk. Er wordt gezegd dat het de martelaar St. Fructuosus zelf was die de baai uitkoos. Hij verscheen in een droom aan Prospero, bisschop van Tarragon, die Spanje ontvluchtte om aan de Moren te ontsnappen en een plek zocht om de as van de heilige te bewaren. Herbouwd in de 10e eeuw als benedictijnenklooster, raakte het lot van de abdij vanaf de 13e eeuw verweven met dat van de familie Doria, die het ontwerp vernieuwde door de loggia met twee lagen drielichtvensters toe te voegen en de familiebegraafplaats hierheen te verplaatsen. In 1983 besloot de familie het hele complex aan de FAI te schenken.
De wedergeboorte van dit complex is sindsdien aan de gang. Op deze plek staan twee heel verschillende gebouwen, die allebei constante zorg nodig hebben. In april 2017 werden de laatste restauratiewerkzaamheden afgerond, waarbij de waterbron naast de klokkentoren werd gereviseerd. Het klooster met zijn kloostergang en de Doria graven, de primitieve kerk en de parochiekerk, de archeologische overblijfselen en het kleine dorp… alleen een persoonlijk bezoek kan je de authentieke ziel van deze plek laten ontdekken, omspoeld door de kristalheldere zee, die bezoekers nu de mogelijkheid biedt om in de gastenverblijven te verblijven - ideaal voor degenen die er even helemaal tussenuit willen.